single.php
. . . Feiten Drug, Set en Setting

Drug, Set en Setting

Drug, Set en Setting

Drugs werken voor iedereen vaak net wat anders. De risico’s en de effecten van een drug hangen namelijk af van Drug, Set en Setting. 

Verschillende ervaringen met dezelfde drugs

Wat iemand die drugs gebruikt voelt en ervaart (het effect) kan iedere keer verschillen. Dit maakt drugsgebruik onvoorspelbaar. Een LSD-trip kan de ene keer een fijne en mooie ervaring zijn en de andere keer heel veel angst oproepen. Door goed te weten wat de Drug, Set en Setting zijn en hoe ze invloed hebben op het gebruiken van drugs kan iemand de risico’s verkleinen.

Drug: Wat voor middel, hoe veel/vaak en op welke manier gebruikt iemand?

“Drugs” is een verzamelnaam. Het is niet één ding. Alle drugs hebben gemeen dat ze beïnvloeden hoe iemand zichzelf en de wereld beleeft. Maar drugs doen dat allemaal op hun eigen manier.

Als iemand een avond XTC (MDMA) gebruikt, is er een andere invloed op lichaam en geest dan als de persoon alcohol drinkt. XTC is een middel waar iemand energie van krijgt en wordt opgewekt (stimulerend, “upper”). Alcohol doet het tegenovergestelde. Het verdooft de persoon (verdovend, “downer”). De invloed van middelen zoals LSD en paddo’s is weer anders. Deze zorgen ervoor dat iemand gaat ‘trippen’ (bewustzijnsverandering, “tripper”).

Iemand die ondanks de risico’s besluit om een drug te gebruiken kan het beste eerst veel lezen over hoe een middel werkt. Als die persoon weet wat hij of zij kan verwachten van de effecten, wordt de onvoorspelbaarheid iets kleiner. 

> Lees hier meer over deze indeling van verschillende soorten middelen

Verschillende bijwerkingen

Verschillende soorten drugs zorgen ook voor verschillende bijwerkingen. De kater die iemand voelt de dag na alcohol drinken is bijvoorbeeld anders dan de ‘dinsdagdip’ die veel mensen omschrijven nadat ze XTC hebben gebruikt. 

Ook kan het zijn dat iemand verschillende drugs tegelijk combineert. Bij combineren wordt de invloed van drugs meer onvoorspelbaar. Bovendien zorgt combineren voor meer bijwerkingen (gezondheidsrisico’s). Dit kan gevaarlijk zijn.

> Lees hier meer over verschillende combinaties

Dosering

Hoeveel een persoon gebruikt (dosering) speelt een grote rol in wat iemand ervaart. Als een persoon twee glazen alcohol drinkt, voelt het anders dan bij zes glazen. Dit geldt ook voor andere drugs. Een grotere hoeveelheid van een middel betekent meer bijwerkingen en meer risico’s.

Hoe vaak gebruikt iemand

Hoe vaak een persoon drugs gebruikt bepaalt ook de werking en risico’s van een drug. Als iemand regelmatig een middel gebruikt, kan het zijn dat die persoon steeds meer van de drug nodig heeft om er iets van te voelen (tolerantie). Iemand kan bijvoorbeeld minder fijne effecten ervaren. Als iemand verslaafd is aan een middel zijn de effecten weer anders. De effecten komen dan meer doordat de ontwenningsverschijnselen minder worden of verdwijnen. 

Tenslotte heeft de manier waarop iemand de drug binnenkrijgt (inname) invloed op wat die persoon voelt. Als iemand bijvoorbeeld amfetamine (speed) snuift, werkt het anders dan als iemand het slikt. Snuiven werkt sneller en vaak heftiger dan wanneer iemand dezelfde dosis slikt.

Set: hoe voelt iemand zich?

De “set” verwijst naar de eigenschappen van de persoon zelf. We kunnen dit opdelen in : 1) hoe voelt iemand zich psychisch en 2) hoe voelt iemand zich lichamelijk.

Psychische eigenschappen

De gevoelens, gedachten en verwachtingen (gemoedstoestand) van een persoon spelen mee in hoe een drug bij iemand werkt. Dit geldt niet alleen voor hoe de persoon zich vlak voor drugsgebruik voelt. Ook de periode daarvoor telt mee. Iemand die heel veel stress ervaart kan bijvoorbeeld minder fijne effecten ervaren door een drug die energie geeft. Het geeft dan nog meer stress en na het gebruik een heftige kater. Maar alcohol kan juist weer fijner zijn voor iemand die stress ervaart. Alcohol werkt namelijk heel even stressverminderend. Hierna kan alcohol stress wel weer erger maken

Lichamelijke eigenschappen

Denk hierbij aan geslacht, leeftijd, lengte en lichaamsgewicht. Maar ook hoe veel iemand slaapt, eet en sport is belangrijk. Als een persoon niet fit is of een ziekte heeft, kan drugs anders werken dan bij iemand die gezond is.

> Lees hier meer over hoe het hebben van een mannen- of vrouwenlichaam invloed heeft op de werking van XTC/MDMA

Erfelijke klachten (genetische aanleg)

Ook kan iemand gevoelig zijn (aanleg hebben) voor bepaalde klachten. Deze aanleg zit in de genen van een persoon. Denk bijvoorbeeld aan hart- en vaatziekten. Als dit in iemands familie zit, is er een kans dat de persoon hier aanleg voor heeft. Dit vergroot de risico’s voor deze persoon.

Mensen kunnen door hun genen ook gevoelig zijn voor psychische klachten. Iemand heeft dan bijvoorbeeld een familielid die een psychose heeft gehad of schizofrenie heeft. Dit kan een aanwijzing zijn dat de persoon aanleg heeft voor psychoses. Een tripmiddel kan dan een psychose uitlokken (triggeren).

> Lees hier meer over (de risico’s van) tripmiddelen/psychedelica

Setting: Waar en met wie gebruikt iemand?

Fysieke setting

Waar iemand drugs gebruikt, heeft invloed op wat de persoon ervaart. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de sfeer in de ruimte, de temperatuur en de muziek. Thuis een drug gebruiken kan anders voelen dan op een druk festival. Dit ligt ook aan hoe comfortabel iemand zich op een plek voelt. De mogelijkheid om even te kunnen gaan zitten of liggen maakt bijvoorbeeld verschil in hoe comfortabel een plek voor iemand voelt. 

Op een dansfeest kiest iemand sneller voor het gebruiken van een opwekkend middel, zoals XTC/MDMA of cocaïne. Als mensen psychedelica zoals paddo’s of LSD gebruiken, doen ze dit vaak liever op een rustige plek, zoals in de natuur.

Sociale setting

Ook de mensen met wie iemand is, zijn onderdeel van de ‘setting’. Wanneer een persoon zich veilig voelt bij de mensen die in de buurt zijn, kan een drug anders werken dan als er alleen vreemden zijn. 

Zelfs de aanwezigheid van beveiliging/politie het effect van een drug beïnvloeden. In Nederland worden mensen minder strak afgerekend op drugsgebruik dan in andere (Europese) landen. Gebruik in het buitenland kan dus ook voor meer angst zorgen. 

De aanwezigheid van iemand die nuchter is

Als iemand de sociale setting vertrouwt, vermindert dit de kans op negatieve gedachten en gevoelens. Als iemand zelf onder invloed is, is het lastig om de controle te bewaren over de set en setting. Vooral bij tripmiddelen/psychedelica. Daarom wordt er soms een ‘tripsitter’ aangewezen in de groep. Dit is iemand die nuchter blijft en de veiligheid en rust van de mensen die onder invloed zijn bewaakt.

> Lees meer over tripsitten op de website van drugsinfoteam

Drug, set en setting met elkaar verbonden

In iedere situatie waarin iemand drugs gebruikt zijn zowel de drug, set en setting aanwezig. Deze zijn dus aan elkaar verbonden. Twee voorbeelden:

  • Iemand die rustig, fit en uitgeslapen is (set), met een kleine groep vrienden thuis (setting), niet te veel van een geteste XTC-pil gebruikt (drug), loopt een klein risico op een bad trip
  • Een licht persoon met angstklachten (set), die een hoge dosis 2C-B heeft gebruikt (drug), in een drukke omgeving met vreemden (setting), loopt een groter risico op een bad trip. 

Het gebruiken van drugs kan niet veilig. Maar iemand kan wel de risico’s verminderen. Door goed over Drug, Set en Setting na te denken heeft iemand dus: 1) een grotere kans op fijne effecten 2) loopt iemand minder risico’s. 

Stel een vraag

Heb je vragen over drug, set en setting? Of heb je klachten na gebruik van een middel? Neem dan gerust contact met ons op. Dat kan anoniem via telefoon, chat of mail.
Heb je gevonden wat je zocht?
JaNee
Stel een vraag
Scroll naar boven