Wat zijn drugs?
Wanneer is iets een drug? Op deze vraag kun je 2 soorten antwoorden geven. Het ene antwoord gaat over de effecten. Het andere antwoord gaat over wat er in de wet staat.
De effecten
Je kunt zeggen dat iets een drug is als het iets doet met je hersenen. En als er daardoor geestelijke of lichamelijke effecten zijn. Bijvoorbeeld stimulerende effecten, verdovende effecten of tripeffecten.
- Stimulerende effecten
Deze drugs geven vaak meer energie. Iemand wordt er alerter van. Denk aan cocaïne, speed (amfetamine), koffie, sigaretten.
- Verdovende effecten
Door deze drugs word je verdoofd. Je wordt slaperig. Of je ontspant en kalmeert. Denk aan heroïne, benzodiazepines en alcohol.
- Trip effecten
Door deze drugs zie je de wereld om je heen heel anders. Je besef van ruimte en tijd kan veranderden. Denk aan LSD en paddo’s.
Sommige drugs hebben een aantal van deze effecten tegelijk. XTC is tegelijk stimulerend en kan lijken op een tripmiddel. En hasj en wiet kunnen tegelijk trippend en verdovend zijn.
De wet
Als een middel in de Opiumwet is staat, dan is het een drug volgens de wet. Alcohol, tabak en koffie staan niet in de Opiumwet. Volgens de wet zijn het dus geen drugs.
De Opiumwet bestaat uit twee lijsten. Op Lijst 1 van de wet staan de drugs met een hoog risico voor de gezondheid, zoals heroïne, cocaïne, amfetamine, LSD en XTC. We noemen dit ook wel harddrugs. Op Lijst 2 van de wet staan de drugs met een lager risico voor de gezondheid, zoals hasj en wiet. We noemen dit ook wel softdrugs.