Drugs algemeen: Beleid
Het Nederlandse drugsbeleid richt zich op het voorkomen van drugsgebruik en het beperken van de risico’s van drugsgebruik, voor de gebruiker zelf, de directe omgeving van de gebruiker en voor de samenleving.
Het Nederlandse drugsbeleid richt zich op het voorkomen van drugsgebruik en het beperken van de risico’s van drugsgebruik, voor de gebruiker zelf, de directe omgeving van de gebruiker en voor de samenleving.
De vier pijlers van het drugsbeleid op het terrein van de volksgezondheid zijn: voorlichting, preventie, behandeling en ‘harm reduction’. Een drugsverslaafde wordt niet gezien of behandeld als crimineel, maar als een patiënt die zorg en behandeling nodig heeft.
Rondom coffeeshops, waarin hasj en wiet worden verkocht, hanteren we een zogenaamd gedoogbeleid. Dat betekent dat bepaalde overtredingen van een wet niet meer worden vervolgd. Bezit en verkoop zijn nog steeds strafbaar, maar de politie treedt niet op. Coffeeshops mogen bestaan en hasj en wiet verkopen, als ze zich aan bepaalde regels houden.
De verantwoordelijkheid voor het Nederlandse drugsbeleid ligt bij verschillende ministeries. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is verantwoordelijk voor de coördinatie van het drugsbeleid en het preventie- en hulpverleningsbeleid. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor de strafrechtelijke handhaving, en gemeentelijk bestuur en politie horen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
In het rapport ‘de Evaluatie van het Nederlands drugsbeleid’ van het Trimbos-instituut en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC) wordt het Nederlandse drugsbeleid van de afgelopen 35 jaar onder de loep genomen. Bestel rapport via de winkel. Of download PDF (Rapport: 395 pagina’s, 6219 kb).